Ben Hendriks
Interviewdatum: 18 mei 2023
Clubman pur sang
Zestien seizoenen met hoogte- en dieptepunten. Lief en leed werd gedeeld in het groene tricot van PEC Zwolle. Ben Hendriks (77) maakte onderdeel uit van de opmars naar de Eredivisie. Een doel dat de club al jaren voor ogen had.
Geboren en getogen in een Zwolse arbeiderswijk met veelal Boys-families, meldde Hendriks zich op twaalfjarige leeftijd aan om bij Zwolsche Boys te gaan spelen. Hier kwam de voetbalcarrière al snel in een stroomversnelling, want op vijftienjarige leeftijd mocht de jongeling zijn debuut maken in het eerste elftal. “Dat was tijdens een wedstrijd tegen Leeuwarden. Ik speelde toen als linksbuiten en wist ook nog eens te scoren”. Toch blijft een lang verblijf als eerste elftalspeler uit. “Waarschijnlijk dacht de club dat ik wel zou blijven, aangezien ik uit een omgeving kwam met alleen maar Boys-mensen. Toch was mijn keuze snel gemaakt toen PEC in tegenstelling tot Zwolsche Boys mij wel een contract aanbood.” De op dat moment achttienjarige vleugelaanvaller wilde immers wel wat inkomsten krijgen. “Op dat moment had ik net mijn rijbewijs en toen Kees Schoonderwoerd als manager van PEC mij ook nog eens auto aanbood, werd het natuurlijk alleen maar mooier. Een Fiat 1100 was vervolgens m’n eerste auto, dat zal ik nooit vergeten”.
Een gevoelige overstap dat hem zeker niet in dank werd afgenomen door de Zwolsche Boys-aanhang. Toch gingen spelers als Puck van der Horst, Folly van Dam en Freek Schutten hem achterna. Het betaald voetbal kreeg zo steeds meer vorm bij PEC en met de komst van Lászlo Zalai werd de weg naar de Eerste Klasse ingezet. Of hij dit zelf allemaal even goed meekreeg blijft de vraag. “Zalai had niet zulke beste ogen, waardoor hij niet alles goed kon zien. Dat bleek wel toen ik samen met Klaas Drost eens geblesseerd op de bank zaten. Wij zaten voor de grap onze buitenspeler aan de andere kant van het veld belachelijk te maken door steeds hardop af te vragen hoe hij dit nou weer kon doen. En wat denk je, Zalai wisselde hem zonder twijfelen ook nog. We konden hem alles wijs maken”.
In de zestien seizoenen bij PEC maakte Hendriks elf trainers mee. Genoeg te vertellen anekdotes, waaronder een opmerkelijke. “Met Friedrich Donenveld had ik op een gegeven moment enige onenigheid. Dat resulteerde er uiteindelijk in dat ik weg wilde bij PEC. Toen mijn oude jeugdtrainer Jan de Roos dat hoorde, vroeg hij me om naar Kampen te komen. De laatste twee maanden van het seizoen heb ik dus voor KHC gespeeld. Tegenwoordig zou dat natuurlijk niet kunnen”. Met de komst van Hans Alleman in het nieuwe seizoen was de rust wedergekeerd en kwam de geboren Zwollenaar weer te voetballen aan de Ceintuurbaan. Hier zou hij samen in het elftal komen met de nieuwste aanwinst Rinus Israël. Een speler die veel zou betekenen voor de carrière van Hendriks. “Aan het begin speelde ik altijd als linksbuiten, maar de laatste jaren was ik al een linie teruggezakt. Toen Ben Schubert geblesseerd raakte, wilde Israël mij naast hem hebben staan bij een trainingsoefening. Hier ben ik vervolgens niet meer weggegaan. Vanaf het begin hadden Rinus en ik een goede klik en van zo’n gelouterde verdediger kon ik natuurlijk veel leren”. Het centrale duo bouwde een behoorlijke reputatie op in de seizoenen die zouden volgen. “We waren natuurlijk al redelijk op leeftijd, maar ik weet zeker dat weinig spitsen met plezier tegen ons gespeeld hebben. Of nou ja, laat ik het zo zeggen: als de VAR er toen al was geweest, hadden Rinus en ik flink wat wedstrijden vanaf de tribune mogen aankijken haha”.
In de jaren die volgden was het bereiken van de nationale bekerfinale het eerste grote nationale succes van de club sinds 1928. “Het seizoen ervoor gingen we er in de halve finale nog uit, maar dit keer bereikten we de finale wel. Men kon wel zeggen dat we echte cupfighters waren, een knappe prestatie als eerste divisieclub”. De finale zou er uiteindelijk eentje zijn met twee gezichten. “Wij waren die wedstrijd gewoon beter dan Twente. Zo kwamen we zelfs nog op voorsprong, maar die goal van Banhoffer werd op discutabele wijze afgekeurd. Daar heb ik scheidsrechter Cees de Bruin de jaren erna nog vaak mee geplaagd. De afloop van de wedstrijd kunnen de supporters van toen zich nog waarschijnlijk goed voor de geest halen. Enorm zonde, want zo ging een mooi seizoen toch als een nachtkaars uit”. Het jaar erna konden de spelers en supporters het verdriet van de verloren finale al vervangen voor vreugde. Voor het eerst in de clubgeschiedenis was promotie naar de Eredivisie een feit! “Toen we de finale van de beker haalden hadden we al een fantastische selectie. Met de komst van Johnny Frandsen en Jesper Rasmussen werd ons elftal alleen maar sterker. Het gehele seizoen hebben we vervolgens vol zelfvertrouwen gespeeld en zo kroonden we ons uiteindelijk tot kampioen”.
In de Eredivisie zou Ben Hendriks nog drie jaar spelen. Drie jaar waarin de club eigenlijk geen enkel moment in echt degradatiegevaar kwam. “Toch kreeg ik dat laatste jaar steeds meer fysieke klachten na wedstrijden. Het elke week presteren werd simpelweg te zwaar op een gegeven moment. Met Gerard van Moorst had ik in ieder geval al een goede opvolger klaar staan, waarna ik in overleg met Korbach besloot een punt te zetten achter mijn carrière”. De voetballerij zei Hendriks in ieder geval nooit vaarwel. Zo maakte hij zijn ambitie om trainer te worden waar en later werd hij scout. Tot op de dag van vandaag is Hendriks actief in de voetballerij. Zo is hij nog betrokken bij Jirka Muller – een spelersbegeleider uit Praag – en bij Rafaela Pimenta, beter bekend als de linker en rechter hand van de inmiddels overleden Mino Raiola.