Na de legendarische bekerwedstrijd tegen Ajax in 1976, vloog PEC Zwolle er de volgende ronde uit tegen eredivisieclub Roda JC. Desondanks maakte het Nederlandse voetbalpubliek voor het eerst kennis met de opkomst van PEC Zwolle. Iets was een jaar later helemaal duidelijk werd. Na een geweldige bekercampagne bereikt PEC Zwolle voor de tweede keer in de clubgeschiedenis de bekerfinale. In overleg met provinciegenoot FC Twente ’65, de andere finalist, werd besloten om niet in de Rotterdamse Kuip te gaan spelen, maar in het Goffertstadion te Nijmegen. Op 19 mei 1977 vertrokken tientallen bussen vanuit Zwolle naar Nijmegen. In een uitverkocht stadion, met ruim 29.000 toeschouwers, kwam PEC Zwolle zelfs op voorsprong. Het doelpunt van Yuri Banhoffer werd echter door scheidsrechter Cees de Bruin afgekeurd. Volgens hem zou Koko Hoekstra een hinderlijke overtreding hebben gemaakt, een beslissing welke nog steeds voer is voor discussie. De daaropvolgende minuten werd er niet gescoord, waardoor de verlenging een feit was. Hierin zou Twente uiteindelijk drie keer scoren, waardoor PEC Zwolle zich haar meerdere moest laten kennen. De spelers en supporters kunnen desalniettemin met opgeheven hoofd terug naar Zwolle.

Dit deden ze niet volledig met lege handen, aangezien alle spelers na afloop een aandenken krijgen aan de bekerfinale van 1977. Zo kregen de spelers, zoals op deze foto te zien is,  een aandenken uit handen van Prins Bernhard. Deze plaquette behoorde toe aan Jan Hendriksen.