Gerard van Moorst
Interviewdatum: 1 maart 2019
Bikkelhard
Spelers die hun gehele profcarrière bij één club blijven. Tegenwoordig komt het nog maar sporadisch voor. Vroeger was dit wel anders. Spelers zoals Ben Hendriks, René IJzerman en Klaas Drost droegen als prof alleen maar het authentieke groen-witte tenue. In dit rijtje past ook Gerard van Moorst. Maar liefst 22 jaar liep hij rond op het sportpark aan de Ceintuurbaan. Vier jaar als jeugdspeler, negen jaar als eerste elftal speler en daarna ook nog acht jaar als jeugdtrainer.
In het jaar 1973 streek Van Moorst neer in Zwolle. In die tijd kon je jezelf gewoon aanmelden bij PEC. Dit deed Van Moorst ook. “Ik ben in de B-jeugd begonnen. Hier kwam ik in een team met onder andere Ron Jans. In het kampioensjaar 1977-1978 haalde Fritz Korbach mij voor het eerst volledig naar het eerste. Als jong broekie kwam je dan in een elftal met oud-internationals Henk Warnas en Rinus Israël. Daar leer je als jonge speler heel veel van. Vooral de trainingspartijtjes waren geweldig. Het was dan altijd jong tegen oud. Bij de jonkies zat ik dan onder andere met Chris Riemens, Ron Jans en Peter van der Hengst en dan namen wij het op tegen spelers zoals Koko Hoekstra, Rinus Israël, Henk Warnas en Cees Kornelis. Ook Fritz Korbach deed dan mee, zelf kon hij helemaal niet voetballen maar hij schopte je scheenbeschermers van voor en achter eraf. Hier kregen wij als spelers wel de winnaarsmentaliteit van.”
Na 5 jaar vertrok Korbach naar Volendam. Een nieuwe periode brak aan, waarin Marten Eibrink grote namen naar Zwolle haalde. “Zelf ben ik groot voetballiefhebber en vond het daarom geweldig dat grote namen zoals Van Kooten, Rep en Schrijvers teamgenoten werden.” In dezelfde periode ging de club vaak op trainingskamp naar het buitenland. “Deze reizen waren waanzinnig. Zo speelden we in Kameroen tegen het nationale elftal. Het veld was zo hobbelig dat de bal gewoon weer terug stuiterde als Schrijvers hem uittrapte. Marokko en Koeweit waren ook hele ervaringen. Zelf ben ik twee keer in Koeweit geweest, met het Nederlands Militair Elftal waren we er ook eens. Dit is toch een bestemming waar je anders nooit zou komen.”
Het tijdperk onder Co Adriaanse was voor Van Moorst minder. “Adriaanse wilde graag met jonge en kneedbare spelers aan de gang. Daarom werd de oude garde aan de kant gezet. Dit heeft Adriaanse nooit netjes gedaan. Samen met René IJzerman en Klaas Drost ging ik daarom bij DVS’33 uit Ermelo voetballen. Dit waren fantastische jaren, waarbij we ook nog twee keer kampioen werden. Als ik er kom herkennen ze me nog steeds en word ik met open armen ontvangen.”
Na 4 jaar in Ermelo te hebben gevoetbald keert Van Moorst weer terug in Zwolle. Be Quick ’28 zal zijn laatste club worden. “Na mijn periode op de Veluwe heb ik nog twee jaar in het eerste van Be Quick gespeeld. Daarna heb ik nog ruim tien jaar in het vierde gespeeld. In geval van blessures deed ik dan af en toe nog mee met het eerste. Rond mijn vijftigste ben ik gestopt met actief voetballen.”
Ondertussen was Van Moorst ook nog acht jaar jeugdtrainer bij FC Zwolle. Zo was hij trainer van de B1 met spelers als Arne Slot, Diederik Boer en Dominggus Lim-Duan. “Het is uiteraard ontzettend leuk om deze spelers dan later in het eerste te zien spelen. De jongens van toen komen je nog altijd begroeten. Automatisch houd je ze ook meer in de gaten. Nu ook met Arne Slot die volgend jaar hoofdtrainer wordt van AZ.”