De oprichting

Periode: 1910 - 1925

Vergadering

Hotel Koenders, zondagmorgen 12 juni 1910. De leden van P.H. en E.D.N. waren druk en rumoerig aan het vergaderen over een mogelijke fusie. Zo vond E.D.N. de opgebouwde schuld van P.H., bestaande uit 300 gulden, te hoog. Daarnaast was ook de clubnaam iets waar beide clubs het maar niet over eens konden worden. Zowel P.H. als E.D.N. wilden hun naam behouden. Uiteindelijk kwam Henk Steen (zie foto) met het bemiddelingsvoorstel om van beide clubs de eerste letter te pakken en daarachter de C van combinatie te plakken. P.E.C. oftewel Prins Hendrik Ende Desespereert Nimmer Combinatie was een feit. Naast de clubnaam waren ook de clubkleuren een punt van aandacht. Voor de fusie droeg P.H. geel-zwart en had E.D.N. een groen-wit tenue. Na lang discussiëren werd besloten toch in het groen-wit te gaan spelen.

Echter bleken deze kleuren later alsnog een probleem op te leveren. De N.V.B. keurde de kleuren namelijk niet goed. In de competitie was nog een club met die kleuren, waardoor P.E.C. haar eerste seizoen speelde in het geel-zwart.

Als minderwaardig bestempeld

In het eerste seizoen speelde de club in de zogenaamde Margarine 2e klasse, waarin alleen de bovenste drie ploegen naar de normale klasse promoveerden. Uiteindelijk lukte het P.E.C. om derde te worden en zo promotie af te dwingen. In het seizoen 1916-1917 kon daarna voor het eerst de kampioensvlag worden gehesen. Na een zware strijd met H.V.C. behaalde P.E.C. namelijk een hoger doelgemiddelde. Na de eerste plek volgden een aantal promotie- en degradatiewedstrijden. In deze competitie eindigde U.D. bovenaan met vier punten en Hertog Hendrik eindigde onderaan met één punt. P.E.C. en P.W. eindigden beide met drie punten op de tweede plek.

Een daad van het N.V.B.-bestuur, die aanduidt met welke willekeurige wijze men destijds enkele lagere clubs meende te mogen behandelen, tot gevolg. Vooraf was bepaald dat de nummer één, in dit geval U.D. uitsluitend mocht promoveren. Toch kwam het bestuur hierop terug en werd P.W. ,,bij keuze” gepromoveerd. Dit onder het motto ,,voetbal onder de betere te standen te bevorderen.” Waar P.E.C. op het veld gelijkwaardig was, werd het erbuiten door de N.V.B. bestempeld als minderwaardig.

Eeuwige tweede

Door het meermalig intrekken van militairverlof, verscheen P.E.C. in het seizoen 1917-1918 vaak met een onvolledig elftal aan de aftrap. Het einde van de Eerste wereldoorlog betekende ook gelijk een einde aan dit probleem binnen de club. De drie seizoenen erna werden allemaal afgesloten met een tweede plek. Het toonde aan dat de club goed was voor promotie, maar telkens net niet aan het langste eind trok. Achtereenvolgens werd het kampioenschap verspeeld aan Hengelo, Heracles en wederom Heracles.

Ondertussen verliet P.E.C. in 1923 het terrein van Theetuin Thijssen en ging het haar wedstrijden afwerken op De Vrolijkheid. Schijnbaar speelde deze wisseling parten, want voor het eerst in zes jaar werd er een plek in de middenmoot ingenomen.

Evenals in de seizoenen 1918-1919, 1919-1920 en 1920-1921 moest P.E.C. in het seizoen 1924-1925 de laatste competitiewedstrijd winnen om het kampioenschap te veroveren. Zowel P.E.C. als Doto, de tegenstander in deze kampioenswedstrijd, waren ongeslagen. Toch had Doto een voorsprong van slechts één punt op de ranglijst. Tot twintig minuten voor het einde stond P.E.C. door een mooie goal van B. Admiraal op voorsprong. Toch maakte Doto op het einde, in buitenspelpositie, de gelijkmaker en wist het ook nog de winnende te maken. Ruim 1500 Zwollenaren waren in Deventer getuigen van deze onverdiende nederlaag. Wederom was de club tweede geworden en werd het kampioenschap niet behaald.

Wetenswaardigheden

Ongeslagen

In vijf jaar tijd, vanaf het seizoen 1920-1921 tot en met 1924-1925 verloor P.E.C. geen wedstrijd op eigen terrein.

P.E.C. in het blauw

In het seizoen 1914-1915 moest er in de beker een uitwedstrijd worden gespeeld tegen Be Quick uit Groningen. Doordat de tegenstander nagenoeg dezelfde kleuren had, wit met gele strepen, mocht P.E.C. niet in het gebruikelijke groen-witte tenue aantreden.

Engelse matrozen, geïnterneerd in Groningen en aanwezig op het terrein, hielp de club uit de brand. Sportief leenden elf van deze matrozen hun blauwe truien uit en zo speelde P.E.C. de gehele wedstrijd in het blauw.

Tijdens de wedstrijd waren de Engelse matrozen zeer op Zwolse hand en bij de eretreffer van de Zwollenaren, einduitslag 4-1, gingen zij ook geweldig tekeer. Na afloop wisselden de spelers namen met de matrozen en kregen de Engelsen hun, door de gespeelde wedstrijd, bemodderde trui weer terug.

Jubileumwedstrijd

Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van P.E.C. speelde de club een jubileumwedstrijd tegen stadsgenoot Z.A.C. Op zondag 9 mei, om 3 uur ’s middags, werd er afgetrapt op het sportterrein van Z.A.C. aan de Veerallee.

Onderscheidingen

1920: Koos Veterman, spelend als spil, werd gekozen voor het Oostelijk Elftal.

1923: Eef Admiraal, spelend als linksachter, werd gekozen voor het Oostelijk Elftal.

1924: Anton Schurink stond vermeld als reserve voor het Oostelijk Districts-Elftal.

1925: Lutgerink en J. H. Jansen kregen beiden een uitnodiging voor het Oostelijk Tweede-Klasse Elftal. Barend de Groot, spelend als rechtsachter, werd als reserve voor het Oostelijk Districts-Elftal aangewezen. Rinus Liebgregt werd gekozen om mee te spelen in een Oostelijk proefelftal en keeper B. Mulder enige malen als reserve.

Ranglijsten door de jaren

Op onderstaande afbeelding zijn de statistieken van de eerste vijftien P.E.C.-seizoenen te zien: