Fred Leusink

Interviewdatum: 24 april 2021

Hectische voetballerij

Een hectische tijd bij een voetbalclub levert vaak de mooiste en gekste verhalen op. Van verschillende reizen naar verre oorden tot aan het eerste faillissement in het Nederlands betaald voetbal, Fred Leusink maakte het allemaal mee aan de Ceintuurbaan.

 

Op 11-jarige leeftijd kwam Fred Leusink als talentvolle verdediger in de jeugd van PEC Zwolle terecht. Vervolgens kwam hij, na ieder jaar een lichting te hebben overgeslagen, in aanmerking voor het eerste elftal. “Zo mocht ik tijdens de uitwedstrijd tegen NAC Breda in het seizoen 1984-1985 mijn debuut maken. Ondanks de ruime nederlaag kreeg ik van teamgenoten te horen dat ik goed gespeeld had. De overige drie wedstrijden van dat seizoen heb ik daarom ook mogen spelen.” Op dat moment was Leusink echter nog geen contractspeler. Daar kwam na afloop van een Amsterdams toernooi verandering in. ”Doordat ik in dienst moest speelde ik het seizoen na mijn debuut voornamelijk in het tweede. Zo ook tijdens een toernooi in het Olympisch Stadion. Henk van Ginkel vroeg na afloop van dit toernooi aan Wim Volkerink en mij of we mee wilden op trainingskamp naar China. Voor ons twee was dit natuurlijk een fantastische ervaring, maar het was destijds onze trainer Piet Schrijvers die hier nog wel een woordje over kwijt wilde. Zo vertelde Schrijvers aan manager Van Ginkel dat wij mee mochten, maar dat wij dan ook gelijk een contract aangeboden moesten krijgen.”

 

Als contractspeler werd de geboren Hardenaar in het seizoen 1986-1987 een vaste pilaar in de Zwolse defensie. Co Adriaanse, die vooral met jeugdige spelers wilde werken, had hier een groot aandeel in. “Met Adriaanse als trainer heb ik een fantastische tijd gehad en mede door hem heb ik Jong Oranje weten te bereiken. Hierbij speelden de oudere spelers, die onder Adriaanse op een zijspoor waren beland, ook een belangrijke rol. Zij namen de jongere spelers echt bij de hand en klapten er tegelijkertijd op de trainingen vol op. Toen ik later zelf aanvoerder werd van PEC Zwolle, wat natuurlijk een hele eer was, heb ik dezelfde rol op me proberen te nemen.” Leusink had het geluk tijdens zijn voetballoopbaan aardig blessurevrij te blijven zijn. Toch was er één incident dat uitzondering op die regel was. “Op 23 januari 1988 speelden we een uitwedstrijd tegen Willem II. Door de keiharde regen lag het veld er dramatisch bij. Toen ik in de achtentwintigste minuut een sliding maakte op de Tilburgse linksbuiten Bud Brocken, gleed ik daarom ook behoorlijk door buiten de lijnen. Uiteindelijk kwam ik in botsing met een plaat, welke was vastgemaakt met pinnen. Eén van deze pinnen veroorzaakte een behoorlijke vleeswond in mijn achterwerk. Na onder begeleiding van de verzorgers te hebben gedoucht, heb ik de wedstrijd nog afgekeken. Toen ik hierna niet helemaal lekker werd, ben ik in de auto van Marten Eibrink naar Zwolle gereden. Hier lag ik vervolgens een aantal dagen in het Sophia ziekenhuis, waarna ik drie weken later alweer op het veld stond.”

 

Eind jaren ’80 ging het zowel sportief als financieel bergafwaarts met de club. De staking van het eerste elftal om niet meer verder te willen onder Theo Laseroms was hiervoor typerend. Op 1 juli 1990 werd bekendgemaakt dat de club verder ging als FC Zwolle. Toch speelde Leusink maar één seizoen in de blauw-witte kleuren. “Doordat ik een contract had getekend voor drie seizoenen drukte ik al snel op de begroting. Uiteindelijk vroeg de club daarom op 1 april van dat jaar ontslag van mij aan bij het arbeidsbureau, maar dit werd afgewezen. Doordat de club van me af wilde en ik zelf de bui al zag hangen, ben ik gaan kijken naar een andere club. Op dat moment moest ik 100.000 gulden opleveren en het Schotse Motherwell FC was bereid dit te betalen. Na de nacompetitie moest ik echter opeens veel meer opleveren, waardoor zij afhaakten.” Hierna besloot Leusink zelf te stoppen, waarna de voorzitter van ESC uit Elburg aanklopte. “Elburg was al jarenlang mijn woonplaats en bij de club zou ik dan ook een baan aangeboden krijgen. Bij ESC, waar ik ook al jeugdtrainer was, heb ik daarna nog samen gespeeld met Gerrit Visscher en Eddy Smook. Met de promotie naar de Hoofdklasse als mooie kers op de taart.”