Klaas Drost

Interviewdatum: 17 mei 2024

Mr. PEC Zwolle

Ruim zestien jaar in het eerste van PEC, begonnen bij VVOG in Harderwijk, als aanvaller vervolgens binnen gekomen in Zwolle en het overgrote gedeelte van de carrière als rechtsachter spelend. Het zijn de gelijkenissen tussen twee clubmannen: Bram van Polen en Klaas Drost.

Een echte PEC-familie, zo kan de familie Drost worden omschreven. “Op vijftienjarige leeftijd maakte mijn vader, Frits, zijn debuut. Vanaf dat moment raakte mijn opa ook betrokken bij de club, waarbij hij tijdens de oorlogsjaren zelfs nog voorzitter is geweest. In 1953 stopte mijn vader als voetballer, om zich volledig te richten op zijn baan bij de PTT. Hiervoor zijn we vanuit Zwolle eerst naar Nunspeet verhuisd, om vervolgens neer te strijken in Harderwijk.”

Met een voetballer als vader, was het niet gek dat de jonge Klaas – die is vernoemd naar zijn te vroeg overleden opa – ook geïnteresseerd raakte. Elke dag werd er steevast een voetbal meegenomen naar school, iets wat hem geen windeieren heeft gelegd. “Als jeugdspeler van VVOG wekte ik de interesse van de KNVB. Zo werd ik uiteindelijk uitgenodigd om mee te doen met de regionale trainingen die werden gehouden in Zeist. Bas Paauwe jr. fungeerde toentertijd als scout voor de KNVB, maar ook als jeugdtrainer bij PEC. Uiteindelijk was hij degene die bij ons thuis kwam vragen of ik bij PEC wilde komen voetballen.”

Eenmaal in Zwolle duurde het niet lang voordat trainer Lászlo Zalai hem naar het eerste elftal haalde, waarna het vervolgens slechts een half jaar duurde tot het eerste contract. “Eén van de mooiste wedstrijden die me bij is gebleven uit die beginperiode was in De Meer. Ik speelde destijds nog als rechtsbuiten en door de blessure van Pepe Fernandez mocht ik aan de aftrap verschijnen tegen het grote Ajax. Twee jaar daarvoor zat ik nog samen met m’n vader in het Parc de Princes te kijken hoe zij het opnamen tegen Benfica en nu speelde ik zelf tegen spelers als Cruijff, Krol, Keizer en Neeskens. Dat was, helemaal omdat ik zelfs nog wist te scoren, wel heel bijzonder.”

Met de komst van Rinus Israël kwam, zo beaamde Klaas Drost, de club in een stroomversnelling qua professionaliteit. Een cultuuromslag waar hij de vrijheid voor kreeg. Zo werd er harder getraind en kwam er een betere instelling. Toch doen de verhalen van destijds anders vermoeden. Een teamgenoot die de ochtend van de bekerfinale aan het bier zit, het vliegtuig onderweg naar Kameroen dat bijna neerstort, spelers die uit het hotel ontsnappen om te gaan stappen en een antieke kast die voor problemen zorgde tijdens een trainingskamp in Norg. Het zijn zo maar wat verhalen waar wel een volledig boek over te schrijven valt. Toch is er één absurd verhaal die enkel op Drost van toepassing is. “Door de mooie verhalen van teamgenoten als Henk Liotart, Fons Stoffels en Tjeerd van ’t Land leek het mij fantastisch om te voetballen in Amerika. Bij voorzitter Van der Wal had hij daarom geopperd om mee te mogen doen aan de Amerikaanse zomercompetitie. Iets wat akkoord werd bevonden, maar deze afspraak werd niet nagekomen. Toen ik in het café waar ik werkte een Canadese meid leerde kennen, werd deze droom weer aangewakkerd. Toen zij na haar vakantie weer naar huis ging, bleven we contact houden. De dag na een uitwedstrijd tegen Fortuna Sittard belde trainer Hans Alleman met mijn moeder. Hij vroeg zich af waarom ik niet was komen opdagen op de training. ‘Hij hangt nu ergens boven de Atlantische Oceaan’ was haar antwoord.” De Amerikaanse droom werd werkelijkheid. Toch was het maar van korte duur. “Door de FIFA zou ik geschorst worden voor contractbreuk, waardoor ik wereldwijd niet meer zou mogen voetballen. Na zes weken, waarin ik zelfs nog eens mee heb gedaan met American Football, keerde ik weer terug naar Zwolle. Ondanks dat ik in deze korte periode wel tien kilo was aangekomen, speelde ik twee weken later al weer mee bij PEC.”

Ondanks drie beenbreuken bleef Klaas Drost al die jaren een pilaar in het Zwolse elftal. Dat veranderde toen Co Adriaanse trainer werd. Verjonging was de reden dat veel bekende gezichten vertrokken. “Ik was heel graag nog gebleven bij PEC, maar vertrok uiteindelijk toch met een klote gevoel. Mijn laatste minuten in het shirt van PEC waren nota bene tijdens de afscheidswedstrijd van Piet Schrijvers. Vlak voor tijd mocht ik toen nog even invallen.” Helemaal stoppen met voetballen doet Drost echter niet. “Uiteindelijk ben ik bij DVS’33 in Ermelo gaan voetballen. Daar speelde ik onder andere met mijn oud-teamgenoten René IJzerman en Gerard van Moorst. Toen zijn we zelfs nog twee keer kampioen geworden.” Al met al een rumoerige voetbalcarrière, waarbij er met grote nostalgie wordt teruggekeken naar de periode in Zwolle. Dat er in het huidige stadion een tribune is vernoemd, vervult hem nog altijd met trots.