Puck van der Horst

Interviewdatum: 20 januari 2023

Skiete Willy? Skiete Pucky!

Een rasechte Zwollenaar, iets wat niet onder stoelen of banken wordt geschoven. Iets wat waarschijnlijk ook een gunfactor opleverde vanuit het Zwolse publiek, want vervelende momenten bij PEC kan Puck van der Horst (76) zich niet herinneren. “Ik heb gewoon echt enorm genoten van mijn tijd!”

Van der Horst, geboren als Gerrit maar op jonge leeftijd de naam Puck(y) als bijnaam toebedeeld gekregen, zat in eerste instantie nog niet bij een voetbalvereniging. “In mijn jeugdjaren organiseerde Stilo altijd een straatvoetbaltoernooi waar verschillende Zwolse wijken aan mee deden. Samen met mijn buurtgenootjes vormden wij dan het elftal vanuit de Bollebieste. Dit ging blijkbaar zo goed dat ik uiteindelijk werd gevraagd om bij Zwolsche Boys te komen voetballen. Hier debuteerde ik uiteindelijk op zeventienjarige leeftijd in het eerste.”

Uiteindelijk vertrok Van der Horst na twee seizoenen als eerste elftalspeler bij Zwolsche Boys om bij Vitesse te gaan spelen. Het vervullen van de dienstplicht was op dat moment ook aan de orde. “Zo heb ik ook nog in het militair elftal gespeeld. Dat elftal, met onder andere Willy van der Kuylen, Wim Jansen, Jan Mulder en Wim Suurbier, beschikte toen over veel kwaliteit. Ondanks dat ik voornamelijk als reserve fungeerde, heeft die tijd ook erg mooie herinneringen opgeleverd. De wedstrijd tegen de militairen van Duitsland in het stadion van Eintracht Frankfurt en dan het volkslied aanhoren. Daar kreeg ik echt een brok in de keel van.”

Desondanks slaat de heimwee toe en wilde de rappe voorhoedespeler weer terug naar Zwolle. Een gesprek met zowel Zwolsche Boys als PEC tot gevolg. “Uiteindelijk koos ik toen om bij PEC te gaan spelen. Een overstap die op z’n zachtst gezegd gevoelig lag, want tussen Zwolsche Boys en PEC was het in die tijd echt haat en nijd. Toch heb ik er nooit zoveel last van gehad als bijvoorbeeld bij Ben Hendriks het geval was, integendeel zelfs.” Ook tijdens de verschillende Zwolse derby’s was hier geen sprake van. “Nee, die beladen wedstrijden vond ik alleen maar mooi om te spelen. Het leefde echt in Zwolle. Zo werden er zelfs sinaasappelkistjes op de markt gehaald om vervolgens meer toeschouwers zicht te kunnen bieden. Moet je nagaan.”

Door zijn snelheid en harde schot speelt Van der Horst steevast in de voorhoede. Eerst als linksbuiten, later als linkerspits. Bij PEC komt hier na verloop van tijd verandering in. “Op een training werd ik gekoppeld aan Herman Heskamp. Normaliter mijn kameraad in de voorhoede, maar deze keer moesten we alleen maar duels tegen elkaar uitvechten. Ik won alles en zo werd ik de volgende wedstrijd tegen Roda JC opeens linksachter gezet. Hier ben ik vervolgens niet meer weggegaan.” Ondanks een plekje in de achterhoede is er nog genoeg ruimte om gebruik te maken van de aanvallende kwaliteiten. “Het scheelde dat we altijd met hoge vleugelverdedigers speelden. Tegenwoordig wordt het gebruik maken van ‘wingbacks’ gezien als een nieuwe uitvinding, maar dat deden we in onze tijd ook al. Alleen maar de oplossing naar voren zoeken, dat was hoe er gespeeld werd. Een terugspeelbal van mij als linksachter naar de keeper kan ik mij bijvoorbeeld echt niet herinneren.”

Als verdediger ontpopt de geboren Zwollenaar zich tot aanvoerder van een elftal dat maar één doel voor ogen heeft: promoveren naar de eerste divisie. Tijdens het seizoen 1970-1971 lijkt het dan eindelijk te gebeuren. Met de nieuwe trainer Laszlo Salai is de weg naar boven ingezet en doet de club mee voor de titel. Met nog drie speelrondes te gaan kan PEC tegen directe concurrent Eindhoven de tweede plek, die ook promotie zou betekenen, veiligstellen. Het werd een middag van uitersten. “Die wedstrijd verloren we uiteindelijk met 3-2. We hadden er allemaal flink de pest in en eenmaal terug in de kleedkamer hoorde je alleen maar gemopper en schoenen die op de grond werden gegooid. Vlak voor vertrek naar Zwolle kregen we opeens positief nieuws te horen. De concurrentie had ook punten verspeeld en zo hadden we de tweede plek officieel veilig gesteld. De nasmaak van de nederlaag dreunde nog na, dus van feestvreugde was niet gelijk sprake. Dit veranderde wel toen we eenmaal terug kwamen op het station van Zwolle. Een enorme mensenmassa stond ons op te wachten, grandioos!”

Na de promotie blijft nieuw succes uit voor de linksachter. Op zijn dertigste wordt hij afgekeurd en zo komt er een einde aan de tijd in het betaalde voetbal. “Op dat moment was ik herstellende van een blessure aan mijn knie. Ik trainde al wel weer mee, maar toch kreeg ik van Hans Alleman te horen dat ik was afgekeurd. Dat was wel echt een enorm bittere pil. Helemaal omdat ik nog niet het gevoel had klaar te zijn met voetballen. Vandaar dat ik daarna ook nog tot mijn negenendertigste heb gevoetbald bij de club waar het voor mij allemaal begon, Zwolsche Boys.” Dat PEC binnen twee jaar na het vertrek van Van der Horst zowel de bekerfinale als het kampioenschap bereikte, maakte het noodlottige vertrek misschien nog wel pijnlijker. Desondanks kijkt de speler van dien er nuchter op terug. “Natuurlijk is het jammer dat je die successen hebt moeten missen, maar zelf heb ik er nooit echt mee gezeten. Ik ben simpelweg geen persoon die vervolgens minachtend of jaloers naar de prestaties van PEC heeft gekeken.”

Inmiddels is het voetbalhoofdstuk, na jarenlang voetballer en jeugdtrainer te zijn geweest, helemaal afgesloten. Toch blijft Van der Horst de prestaties van PEC nog steevast volgen. “Natuurlijk! Net zoals tijdens de uitwedstrijd tegen Heracles. Ondanks dat we op visite waren kijk je toch telkens even hoeveel het staat. Ik hoop dus ook dat ze promoveren, dat gun ik ze van harte!”