Frits Kuijer

Middenvelder (1929 - 1937)

Nederlandse Spoorwegen

De eerste international van P.E.C. Die titel zou eigenlijk toebehoren aan Frits Kuijer. Toch verliep het allemaal anders en werd niet Kuijer, maar Lulof Heetjans de eerste speler die de nationale trots vertegenwoordigde. Over een sierlijke middenvelder die door werk en blessures nooit alles uit het voetbal heeft kunnen halen.

 

1929. Het jaar dat P.E.C. voor het eerst wist te promoveren naar de Eerste Klasse. Toch was dit ook het jaar waarin Frits Kuijer voor het eerst het groen-witte tricot aantrok. Iets wat niet gelijk voorhanden lag. Kuijer speelde namelijk bij het Utrechtse D.O.S. en had in dezelfde stad ook een goede baan. Daarnaast werd hij al enkele keren verkozen voor het Utrechtse elftal. Geen directe aanleiding om te willen vertrekken. Desondanks raden familieleden hem aan om bij de Nederlandse Spoorwegen te gaan werken. Iets waar de op dat moment twintigjarige wel oor naar had. Na een sollicitatie, proefwerk en keuring werd het definitief. Kuijer ging bij de Spoorwegen werken en kreeg als uitvalbasis de werkplaats in Zwolle. Destijds werd hem beloofd na 1 à 2 jaar een vaste aanstelling te krijgen. Iets wat nooit tot stand is gekomen. In zijn ogen werd hij aan het lijntje gehouden en na zeven jaar had hij zelfs nog geen enkele dag verlof gekregen. 

Spelbepaler

Terug naar de beginperiode in Zwolle. Net als in Utrecht meldde Kuijer zich aan om bij een plaatselijke voetbalclub te gaan spelen. Hoogstwaarschijnlijk viel de keuze om bij P.E.C. te gaan spelen door het feit dat er veel eerste elftalspelers een baan bij de Spoorwegen hadden. Enkele voorbeelden hiervan zijn Jos de Bont, Huub Pallandt, Barend de Groot en Jan Manni. Namen die verbonden zijn aan de eerste succesperiode van de club, want ook op sportief gebied had Frits Kuijer niets te klagen bij zijn nieuwe club. Na de verloren nationale bekerfinale in 1928 wist de club vrij snel dit verdriet te laten verdwijnen met de promotie naar de Eerste Klasse. Ondanks het hechte team dat er toen was, wist Kuijer al snel een plaats in de basis elf toe te eigenen. Als zogenaamde spil – de destijdse naam voor de centrale middenvelder – kroonde Kuijer zich tot spelbepaler van P.E.C.

 

In het seizoen 1930-1931 streed P.E.C. zelfs samen met Go Ahead, die in 1930 nog landskampioen was geworden, mee om het kampioenschap in de Eerste Klasse. De kampioen van de Oostelijke Eerste Klasse mocht vervolgens met de kampioenen uit het noorden, zuiden en westen strijden om de landstitel. Dat het ongekend spannend was in het oosten bleek wel uit het feit dat er een beslissingswedstrijd gespeeld moest worden. Helaas voor de groen-witten werd deze wedstrijd, die voor het oog van 13.000 toeschouwers werd gespeeld op een neutraal terrein in Almelo, met 2-1 verloren van de club uit Deventer. Een ogenschijnlijk buitenspeldoelpunt als beslissende treffer. De teleurstelling aan Zwolse zijde was groot, maar tegelijkertijd liet het eens te meer zien dat trainer Sid Castle over een ijzersterke selectie beschikte. Hierbij bestond het middenveld uit Lourents van der Bend en Jan van der Gronden als harde werkers en Frits Kuijer als spelverdeler. Een leuk feitje waar deze opstellingen vaak uit op te maken zijn, is het volgende: normaliter poseerden de spelers op de elftalfoto als de opstelling die ze die wedstrijden hanteerden. Zo stonden ze in een rijtje van de opstelling (dus van doelman naar rechtsbuiten) of waren de onderste drie spelers de keeper en twee verdedigers, de middelste drie de middenvelders en bestond de achterste rij uit de aanvallers (en bij onderstaande afbeelding ook uit de reservekeeper). Een klassieke 2-3-5 opstelling!

Nederlands elftal

Het is dezelfde periode dat Kuijer, naast verschillende uitnodigingen voor het Oostelijk Elftal, uitgenodigd werd om in Den Haag te komen trainen voor een plek in het Nederlands Elftal. Tot grote spijt kreeg Kuijer geen vrij van zijn werk bij de Spoorwegen, waardoor de trainingen in Den Haag en het werk in Zwolle niet te combineren waren. Dit bleek wel uit een anekdote over toen hij het wel één keer probeerde om ’s avonds mee te doen bij een oefenwedstrijd: “Ik ben ’s morgens één uur eerder begonnen, heb de schafttijd doorgewerkt en kon zodoende de trein nemen om op tijd in Den Haag te komen. Eenmaal in Den Haag aangekomen nam ik een taxi naar het VUC-terrein, waar ik vervolgens voor het eerst een ‘lichtwedstrijd’ speelde. Nou dat was wennen hoor. Na de wedstrijd ben ik met een taxi terug naar het station gegaan om zo op tijd met de trein naar Rotterdam te rijden. In Rotterdam aangekomen moest ik overstappen in de nachttrein naar Zwolle. Hoelang de trein daarover gedaan heeft weet ik niet meer, maar hij moest onderweg nog wel eens rangeren om wagens af en aan te koppelen. Om half vijf ’s morgens kwamen wij in Zwolle aan, waarna ik als de bliksem naar huis moest om andere kleren aan te trekken. Vervolgens was ik om 7 uur ’s morgens weer present op de werkplaats.”

Rheden

Uiteindelijk moest Kuijer noodgedwongen bij P.E.C. stoppen. Aan het einde van het jaar 1936 raakte de meniscus in een wedstrijd tegen A.G.O.V.V. dusdanig beschadigd, dat Kuijer uit het gezichtsveld verdween. Tot overmaat van ramp kreeg hij ook nog eens ontslag bij de Nederlandse Spoorwegen. Een vertrek uit Zwolle was aanstaande en in 1937 werd dit een feit. Frits Kuijer had een nieuwe baan gevonden in Rheden en ging hier, na een knieoperatie te hebben ondergaan, ook weer voetballen. In Rheden werd Kuijer – die inmiddels was omgetoverd tot aanvaller – nog kampioen van de Tweede Klasse C, maar ook hier speelde een knieblessure uiteindelijk parten. Na een sliding gleed Frits Kuijer dusdanig door dat hij buiten het veld terecht kwam. Hier kwam hij terecht op enkele steentjes die in zijn knie kwamen te zitten. Iets wat nooit meer goed herstelde en hem definitief moest laten stoppen met voetballen.

 

Persoonlijk

Frits Kuijer werd op 20 december 1908 in Den Haag geboren. Later is hij samen met de rest van het gezin meeverhuisd naar Utrecht, voordat hij vervolgens in Zwolle terecht kwam. Zijn vader had tijdens deze periodes een verhuisbedrijf genaamd A. Kuijer. Later werd de naam veranderd naar die van de man van zijn zus: Ter Haar. In beide gevallen was het verhuisbedrijf een vaste sponsor van het clubblad De P.E.C.’er. Dat de familie Kuijer door de jaren een band met P.E.C. had, staat buiten kijf. Zo speelde Jan Kuijer, de jongere broer van Frits, na laatstgenoemde z’n vertrek naar Rheden nog in het eerste van P.E.C. Hoogtepunt hierbij was de gewonnen beslissingswedstrijd van het seizoen 1940-1941 in Apeldoorn tegen Vitesse (voor de beelden, klik hier). Waar zijn broertje in Zwolle bleef wonen,  wisselde Frits Kuijer nog verschillende keren van woonplaats. Rheden, Zwolle, terug naar Rheden en uiteindelijk naar Enschede. Hier vond Kuijer op 28 april 1992 zijn laatste rustplek. Het einde van een keurig sportman. Een – zoals de kranten hem omschreven – gentleman in het veld, die niet kreeg waar hij recht op had: het oranje shirt.