Op naar de Eerste Klasse!

Zondag 7 juli 1929

Spanning

In het seizoen 1927-1928 zette P.E.C. zich op de Nederlandse voetbalkaart door als Tweedeklasser de bekerfinale te bereiken. Deze ging ondanks het betere spel door twee eigendoelpunten met 2-0 verloren. De teleurstelling was groot, maar gelukkig kon dit het daaropvolgende seizoen worden goedgemaakt…

Na een beslissingswedstrijd tussen Wageningen en Enschedese Boys, die beiden evenveel punten in de Eerste Klasse hadden, werden de ‘Boys’ gedoemd tot het spelen van degradatiewedstrijden. De andere clubs in deze competitie waren N.E.C. en P.E.C. Voor de Zwollenaren was dit een uitgelezen mogelijk om eindelijk eens van de titel “eeuwige tweede” af te komen.

Vier wedstrijden werden er gespeeld in de promotiecompetitie, waarvan alle clubs er twee verloren en twee wonnen. Als uitkomst hierop organiseerde de Nederlandse Voetbalbond een nieuwe halve competitie. In tegenstelling tot de eerdere competitie werden deze wedstrijden op neutraal terrein afgewerkt en speelde elke club één keer tegen elkaar.

De eerste wedstrijd wist P.E.C. met 1-3 te winnen van N.E.C., waardoor alle hoop en druk gevestigd was op de laatste wedstrijd tegen Enschedese Boys…

Dag van de waarheid

7 juli 1929 was de dag waarop het moest gebeuren. Na negentien jaren van felle strijd kon de club eindelijk naar de Eerste Klasse promoveren. Ondanks de hevige regenval was het Heraclesterrein te Almelo in schitterende conditie en zo konden de ruim achthonderd toeschouwers zich klaar maken voor de wedstrijd. Een P.E.C.’ er vertelde er het volgende over: “die wedstrijd in Almelo was ongetwijfeld de meest emotievolle van alle vierentwintig wedstrijden in dit seizoen, ja wellicht van alle wedstrijden, die wij in competitieverband speelden en dat waren er een kleine driehonderd”. Ondanks het feit dat P.E.C. aan een gelijkspel al genoeg had om te promoveren was de spanning er niet minder om.

Om half drie kwamen de spelers binnen de lijnen. De tos werd gewonnen door de Enschedese aanvoerder en zo kon de wedstrijd beginnen. Onderstaand is het wedstrijdverslag dat destijds werd opgetekend:

Een vinnige strijd ontspint zich direct. Zonder berekening, zonder combinatie, kortom zonder de meeste factoren die voetbal tot een mooi kijkspel maken. Alles gebeurde te enerveerend en te gejaagd. Fraai werk levert echter onmiddellijk het groenwitte achtertrio. Dit drietal krijgt het door het onstuimige begin van de Enschedeërs dadelijk hard te verantwoorden. Een schot van de Boijs-linksbinnen moet De Bont betrekkelijk gauw verwerken. Dan rent Pallandt er tusschen uit, achtereenvolgens passeert hij een viertal tegenstanders, het doel is genaderd…. reeds komt het publiek overeind…. maar dan geeft de bliksemsnelle Huub over naar Manni… een lichte verwarring tusschen deze en Albrecht ontstaat en de kans – de schitterende kans – om de leidende goal is voorloopig verloren. De Boijs openen daarna een periode van langdurig overwicht. Het kopwerk van den nieuwen spil Ten Donkelaar is werkelijk fraai. Het begint er donker uit te zien voor ons. Goedhart loert op een kans, doch gelukkig krijgt hij er geen. Wanneer Knuppel in de luren is gelegd, stuit hij op Jan van der Gronde en tegen deze terrier moet de Enschedesche kanonnier het steeds afleggen. Twee corners worden op ons doel genomen en ’n derde ontstaat als Jos een schot van zeer dichtbij gelost, na een formidable sprong corner slaat. De groenwitte doelman had reeds verschillende applausje te incasseeren, maar voor dit meesterlijk stukje werk kreeg hij de bewondering van heel het publiek. Intusschen was ook deze corner weer uiterst gevaarlijk. De bal zwermt voor het doel en komt tenslotte bij Goedhart. De Enschedesche schutter draait even als ’n tol in de rondte en schiet dan enorm hard…. tegen de paal. De groenwitte aanvallen worden dan menigvuldiger en met ’n meer evenwichtig spel breekt onder groote spanning de rust aan.

Daarna ontbrandde de strijd dadelijk weer in al zijn hevigheid. De vleugels, die tot heden weinig activiteit hadden betoond, brachten enkele malen fraai op. Ver schillende hachelijke momenten doorleefde het Ensch. doel. Nu moet ’t toch komen en ’t kwam. Een schot van Jaap liet de Ensch. doelman door z’n handen glippen…. langzaam rolde de bal over de heele doellijn, maar niemand was er die op dit buitenkansje had geaasd.

De leiding
Een nieuw schot van Jaap stompt de keeper het veld in. Hij staat daarbij iets naar voren; Pallandt, die de situatie begrijpt loopt toe en met ’n daverend schot vliegt de bal hoog boven in het net. De geestdrift is schier grenzeloos. De tribune schudt op haar fundamenten. Rondom het terrein is het één golvende menschenzee. Boijssupporters gaan geheel onder de juichende en hossende massa verloren. Het spel is wederom begonnen. Ons heele team staat in vuur en vlam.

Loos alarm
We zien nu een ren van Wim de Bruin, die in de competitie steeds een doelpunt beteekent. Dat belooft iets! Handig draait hij om een drietal tegenstanders heen – zijn groote snelheid dwingt elkeen tot achterblijven dan staat hij alleen voor den keeper – het net trilt reeds, 2-0. Nieuw gejuich…. nieuwe geestdrift. Plotseling houdt het gejubel op, de bal wordt uitgetrapt voor buitenspel van Jaap. Dit was wel een zeer groote vergissing van de grootste der grooten in het Oosten.
Eindelijk kwamen de Enschedeërs uit hun isolement. Verschillende aanvallen op ons doel werden ondernomen doch alles stuitte onverbiddelijk op het duo Eef-Barend en in laatste instantie op Jos, die als leeuwen hun gebied stonden te verdedigen. De druk bleef aanhouden en toen gebeurde het…. Een voorzet van de rechtsbuiten kwam bij de kleine Scheuter en met een fraaie omhaal verdween het leder hard langs Jos. Er waren toen nog 7 minuten te spelen. Het publiek rees op. De horloges kwamen tevoorschijn.

Nieuwe hoop voor de Enschedeërs was gekomen en nieuwe angst had zich meester gemaakt van de groen witten…. Het werd plotseling doodstil…. ’t was als een opkomend onweer…. De spelers liepen onrustig heen en weer en trapten maar, zonder zich zelf meester te zijn. Alleen Huub en de verdediging wisten wat er te doen telkens zonden zij het leder met knetterende salvo’s naar voren en Manni profiteerde van de algeheele verwarring door voor de tweede maal den bal in het Ensch. doel te deponeeren.
Het publiek stroomt weg…. het pleit is beslecht…. wij zijn eerste klasser…. na bijna twintig jaren….

Na afloop zagen we hier en daar een traan weg pinken…. Heel gauw keerde echter de zelfbeheersching terug en toen kwam eenig officieel vertoon.
De Voorzitter van Heracles bood Eef met eenige vriendelijke woorden een bloemstuk aan en Eef dankte kort. De Voorzitter van de VOEK was de tweede officieele spreker en toen kwam de fotograaf. Dat was me ’n vertooning.

De fotograaf is uitgekiekt
Eerst moest het veld door de sterke arm ,,publiek-vrij” worden gemaakt. Toen dat was gebeurd en de elftallers daar stonden met de glunderste gezichten van de wereld geflankeerd door bestuurders en elftal commissieleden met dito aangelaten kwam de fotograaf tot de ontdekking dat hij zijn laatste plaat versnoept had. Aldus ge beurde het dat bestuur, elftallers, mitsgaders de veel gesmade maar nimmer geroemde elftalcommissieleden op dezen heug’lijken dag niet tezamen vereeuwigd werden…
In de kleedkamer gebruikte Jac Flik z’n eene hand voor ’t pootjes geven en zijn andere voor het uitdeelen van fraaie verguld zilveren cigarettenkokers. Jongens de cadeautjes komen al decreteerde Eef ! ! ! !
Daarna vertrokken we met zijn dertigen in ’n jan pleiziertje met ’n maximum draagvermogen van on geveer 750 K.G. naar Schreuder om daar aan ’n gezellige tafel elkaar de volle omvang van ’t behaalde resultaat duidelijk te maken.
Er was nog ’n supporter, die beweerde drie en twintig jaar supporter van P.E.C. te zijn ge weest, en zoo in z’n sas te zijn over dit resultaat dat hij liever dit wilde dan ’n duizend gulden uit de loterij.
In Zwolle stonden eenige duizenden aan het station. Dat hebben we reeds eenige malen gezien maar dan betrof het een zusterclub, nu ondervonden wij het aan den lijve. Dan is de emotie toch heel anders….

Feestprogramma

Onderstaand kunt u het feestprogramma inzien, welke wegens het behalen van het kampioenschap werd georganiseerd:

Feestprogramma kampioenschap 1929

Bestuur

Op onderstaande afbeelding staat het voltallige bestuur van P.E.C. in 1929. Een opmerkelijk detail is dat Barend de Groot in het kampioensjaar zowel bestuurslid als verdediger van de club was.

Een redacteur van de P.E.C.’er schreef het volgende over dit bestuur: ‘k Heb geweldige waardeering voor Eef en z’n trawanten maar ‘k meen nog altijd dat de werkwijze van een bestuur de basis vormt van de successen die op ’t veld worden behaald.

We hebben menschen in de leiding van onze vereeniging die ’n reeks van jaren hebben geijverd, dat een ideaal als dit werd bereikt. Die steeds weer in tijden van deceptie moed spraken in de gelederen en die ten koste van geld en ’n schat van vrije tijd, onze ver. hielden in de banen waar wij haar zoo graag zien. Geertsma, Burgers, Kievit, de Graaf, zietdaar een viertal dat samen een halve eeuw op de bres stond, dat steeds klaar was overal de ver. te verdedigen, te vertegenwoordigen en onverhoedsche aanvallen af te slaan. Ondanks vele teleurstellingen – wat wordt eigenlijk meer voor het oog verborgen gehouden en wat ondervindt wel meer teleurstelling dan ’t werk van een bestuur? – bleef het op zijn post. Hoe ondankbaar en wat een totale miskenning van de verdiensten van deze mannen, dat iemand, die het overigens wel beter kon weten, onlangs moet hebben gezegd: ,.P.E.C. heeft geen leiding, niet achter de groene tafel en niet op het speelveld”

Zou een ver. met een hinkende leiding zoo’n prachtig verleden kunnen hebben? Welke tweede klasser beschikt over ’n tribune, welke arrangeerde zoovele en zulke mooie wedstrijden als de onze? En aanvoerder Eef Admiraal? Hij is te sportief, te bescheiden, hij laat zich misschien niet voldoende gelden, zooals sommigen, die over ’t veld bulderen: Piet jij moet dit of dat doen, anders zal ik je zus of zoo. Dat klinkt mooi voor ’n deel van ’t publiek, dan hang je om je zelf een aureool van ,,belangrijkheid”, maar voor ’n speler met ’n greintje zelfrespect is het ’n klap in het gelaat. Onlangs werd onze aanvoerder in een van deze promotie wedstrijden verweten dat hij in de rust drie invallers toestond. Die aanvoerder liegt niet!! beet hij woest terug. Dat is de zuivere opvatting van de sport die slechts maar weinigen meer hebben en daardoor en door zijn alleramicaalste omgang met z’n medespelers schept hij rondom zich een sfeer van vertrouwen zooals slechts weinig wordt aangetroffen. Ik moge het voor onze ver. en voor hare toekomst wenschen, dat zij dit bestuur en deze captain nog jaren aan ’t hoofd heeft, dan zal geen enkel wolkje de groenwitte hemel verduisteren.